In deze vierde nieuwsbrief komt de kredietcrisis aan de orde. Daarnaast het gezonde verstand en de verantwoordelijkheid van de accountant.

Geachte Collega,

Kredietcrisis: De kredietcrisis geeft aanleiding voor veel beschuldigende vingertjes. Naar bankiers met hun bonussen, naar toezichthouders met hun Basel II-normen en ongebreideld geloof in de werking van markten, naar kortzichtige aandeelhouders, naar op (exit)bonussen beluste Raden van Bestuur, naar IFRS etc. Deze nieuwsbrief wijst niet met het vingertje maar reikt accountants oplossingen aan ter beperking van toekomstig ongewenst “lemmingen” gedrag.

De huidige financiële rapportage-regels (IFRS en RvJ-Raad voor de Jaarverslaggeving stellen “fair value” of “reële waarde” praktisch gelijk met marktprijzen. Met name bij financiële instrumenten (aandelen, obligaties, derivatives etc.) is gebleken dat hierdoor sterke procyclische effecten ontstaan. Niet alleen bij banken en verzekeringsmaatschappijen maar ook bij pensioenfondsen, beleggingsfondsen en ook bij DGA's die pensioen in eigen beheer opbouwen. Om die effecten te mitigeren heeft IASB nadere interpretaties van “fair value” voorgesteld(Using judgement to measure the fair value of financial instruments when markets are no longer active). De RvJ heeft RJ-Uiting-2008-4 uitgebracht (Toepassing Richtlijn 290 Financiële Instrumenten ten tijde van de huidige kredietcrisis). Terug naar inhoudsoverzicht.

Die nadere interpretaties lossen het probleem van de procyclische effecten van de waardering van financiële instrumenten niet fundamenteel op. Terecht wordt daarin wel erkend dat markten inactief kunnen worden of “distressed” kunnen zijn. In dat geval zijn alternatieve schattingsmethodes toegestaan onder IAS39 en IFRS 7 c.q. Richtlijn 290. Deze handreikingen zijn o.i. onvoldoende. Met de mogelijkheid dat een actieve markt toch “distressed” kan zijn is wel rekening gehouden maar wordt onvoldoende als volwaardige oplossing gepresenteerd. Terug naar inhoudsoverzicht.

Gezond verstand. Er zijn tal van fondsen die momenteel zodanig lage koers/winstverhoudingen hebben dat er nauwelijks twijfel kan bestaan dat deze fondsen structureel ondergewaardeerd zijn. Gezonde (hypotheek)obligaties worden verhandeld tegen prijzen die een onwaarschijnlijk hoog wanbetalings-risico veronderstellen. Een oude koopmanswijsheid stelt al:”waarde is geen prijs”. Moeten we als accountants dan toch doorgaan “fair value” gelijk te stellen met een op hol geslagen marktprijs wetend dat iedereen tegelijk, zoals nu, via de uitgang naar buiten vlucht of via de ingang naar binnen? In deze (huidige) situatie geven IASB en RvJ te weinig support om een “fair value” vast te stellen die afwijkt van de marktprijs. Het vinden van deze waarderingscriteria is inderdaad geen eenvoudige opgave. Er is een risico van subjectiviteit aan verbonden. Wanneer markten “distressed” zijn, verlangt “fair value” echter tenminste evenveel ruimte te geven aan goed gefundeerde waarderingscriteria onder verantwoordelijkheid van het management en haar accountant dan zonder meer in heilig geloof marktprijzen te blijven volgen. Terug naar inhoudsoverzicht.

Vandaar dat wij van mening zijn dat IAS39 en IFRS 7 c.q. Richtlijn 290 verder aangepast moeten worden. Ons voorstel is om het management en haar accountant meer ruimte te geven om ook bij actieve markten onder voorwaarden af te wijken van marktprijzen. De belangrijkste voorwaarde is dat “fair value” of “reële waarde” via onderbouwde en gepubliceerde waarderingscriteria substantieel afwijkt van de marktprijs. Een verdere onderbouwing van dat standpunt treft u op onze site onder Vaktechniek, Standpunten. Terug naar inhoudsoverzicht.

Verantwoordelijkheid van de accountant. Het is natuurlijk gemakkelijker voor een accountant om marktprijzen te volgen. Een vink zetten bij een waardering gebaseerd op een aantal quotes is nu eenmaal minder risicodragend dan verantwoordelijkheid nemen voor waarderingscriteria afwijkend van marktprijzen. Die waarderingscriteria moeten uiteraard in de financiële rapportage goed zijn onderbouwd. In de verklaring bij de jaarrekening zal er op gewezen moeten worden dat deze waarderingscriteria geen garanties impliceren maar “fair value” het beste representeren bij “distressed” of onevenwichtige marktprijzen. Het is mede de verantwoordelijkheid van de accountant om het publiek die spiegel voor te houden. Zowel bij onevenwichtig hoge als lage marktprijzen. Het niet opnemen van de beste benadering van “fair value” in de jaarrekening kan daarnaast de cliënt van een accountant via diverse mechanismen onnodig in problemen brengen. Terug naar inhoudsoverzicht.

Na overleg met de besturen van de verschillende OvRAN-Kamers hebben wij besloten onze leden te adviseren deze optie tot verruiming van de IASB c.q. RvJ aanbevelingen te volgen als een norm die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar kan worden beschouwd conform Titel 9 BW Boek 2. Op de komende ledenvergadering OvRAN zal dit standpunt in stemming worden gebracht. Dit standpunt is ook gecommuniceerd aan IASB c.q. RvJ en aan de toezichthouders DNB(banken en pensioenfondsen) en AFM(financiële markten). Collega's die zich in dit standpunt herkennen, kunnen zich hier online als lid van OvRAN inschrijven. Terug naar inhoudsoverzicht.

Bestuur OvRAN 10 december 2008

Hier online inschrijven bij www.ovran.nl ♥♥♥♥♥♥♥♥♥♥Donaties s.v.p.naar rekening 24.47.87.883 t.n.v. OvRAN, Woerden

Verwijderen s.v.p uit mailbestand hier