[tmvc_services_thumb thumb_image_size=”large”][tmvc_services_title]

Inleiding en Toelichting

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen
Hoofdstuk 2: Fundamentele Beginselen
Hoofdstuk 3: Gedragsregels Controlerende leden
Hoofdstuk 4: Gedragsregels Adviserende leden
Hoofdstuk 5: Slotbepalingen

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 1.
a) accountantsorganisatie: een onderneming of instelling die bedrijfsmatig wettelijke controles verricht, dan wel een
organisatie waarin zodanige ondernemingen of instellingen met elkaar zijn verbonden zoals bedoeld in de Wet
Toezicht Accountantsorganisaties c.q het Besluit Toezicht Accountantsorganisaties; het begrip verbonden wordt
bepaald conform onderstaande netwerkdefinitie;
b) accountantsverklaring: een schriftelijke mededeling inhoudende de uitkomst van een wettelijke controle zoals
bedoeld in de Wet Toezicht Accountantsorganisaties c.q het Besluit Toezicht Accountantsorganisaties;
c) adviserend lid; het lid dat geen controlerend lid is;
d) Code of Ethics: De vigerende Code of Ethics van Ifac;
e) controlecliënt: een cliënt waarbij wettelijke controle verplicht is;
f) controlerend accountant: het lid van OvRAN, Nivra of NOvAA dat is ingeschreven bij de AFM dan wel
voornemens is dat te doen dan wel werkzaam is bij een accountantsorganisatie of een organisatie die voornemens
is dat te worden;
g) controlerend lid: een controlerend accountant;
h) bedreiging: het niet te verwaarlozen risico van het niet naleven door een OvRAN-lid van één of meer
fundamentele beginselen;
i) beroepsmatig en zakelijk handelen: het bedrijfs- of beroepsmatig verlenen van professionele diensten;
j) bestuur: het bestuur van de OvRAN;
k) cliënt: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die, anders dan in het kader van een gezagsverhouding, aan een lid
opdracht geeft tot het verrichten van een professionele dienst;
l) controleverklaring: een accountantsverklaring;
m) fundamentele beginselen: integriteit, objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid, geheimhouding en
professioneel gedrag;
n) gezinslid: een financieel afhankelijk persoon met wie een lid samen een huishouden voert;
o) naaste verwant: een niet financieel afhankelijke eerste- of tweedegraads bloedverwant, aanverwant of stiefkind;
p) lid: een lid van het OvRAN dan wel een persoon die geen lid is maar wel is toegelaten tot de inschrijving in het
register van OvRAN;
q) netwerk: samenwerkingsverband waartoe een lid behoort, dat duidelijk is gericht op het delen van winst of kosten
of waarbij duidelijk sprake is van:
1°. gemeenschappelijke eigendom, zeggenschap of bestuur of;
2°. gezamenlijk beleid en procedures met betrekking tot kwaliteitsbeheersing of;
3°. een gezamenlijke bedrijfsstrategie of;
4°. een gemeenschappelijke merknaam; of
5°. het delen van een aanzienlijk deel van de bedrijfsmiddelen;
r) OvRAN-lid: een lid;
s) opdracht: de door een cliënt en een lid gesloten overeenkomst tot het verrichten van een professionele dienst, c.q.
de door een werkgever aan een lid opgedragen taak die het verlenen van een professionele dienst inhoudt;
t) overige verklaringen: de door een lid vervaardigde schriftelijke verklaringen ten dienste van een cliënt niet zijnde
een accountantsverklaring;
u) professioneel en zakelijk handelen: het bedrijfs- of beroepsmatig verlenen van professionele diensten;
v) professionele dienst: de werkzaamheden van een lid waarbij hij kennis en kunde van controle, verslaggeving,
interne en administratieve organisatie alsmede andere delen van de bedrijfseconomie of van zijn kennis aanwendt;

Hoofdstuk 2: Alle Leden

Artikel 2.
1) Een OvRAN-lid onthoudt zich van elk handelen of nalaten waarvan een goed geïnformeerde en redelijk denkende
derde van oordeel kan zijn dat dit het aanzien van een OvRAN-lid in het algemeen schaadt. Bij zijn beroepsmatig en
zakelijk handelen neemt een OvRAN-lid de fundamentele beginselen in acht als verwoord in de leden 1 van de
artikelen 3 tot en met 8.
2) Een OvRAN-lid beoordeelt elke gebeurtenis of omstandigheid die de naleving van de fundamentele beginselen in
gevaar kan brengen. Hij neemt daarbij in aanmerking hetgeen een goed geïnformeerde en redelijk denkende derde die
over alle relevante informatie zou beschikken, als een bedreiging zou beschouwen.
3) Indien uit enige gebeurtenis of omstandigheid blijkt dat deze leiden tot een bedreiging dient een OvRAN-lid
toereikende waarborgen te treffen die deze wegnemen of terugbrengen tot een aanvaardbaar niveau. Blijkt dit niet
mogelijk, dan weigert of beëindigt hij de desbetreffende opdracht of beëindigt hij zijn relatie met de cliënt, dan wel
met de organisatie ten behoeve waarvan hij werkzaam is.
4) Indien het wegnemen of terugbrengen van een bedreiging leidt tot een conflict, bepaalt een OvRAN-lid zijn
handelwijze op grond van
– de relevante feiten;
– de relevante beroepsethische aspecten;
– de toepasselijke fundamentele beginselen;
– de voor hem geldende procedurevoorschriften, en
– de mogelijke alternatieve handelwijzen.
5) Een OvRAN-lid legt een bedreiging, de naar aanleiding daarvan getroffen waarborgen en zijn conclusie vast.
6) Een OvRAN-lid doet slechts mededelingen omtrent de uitkomst van een opdracht voorzover zijn deskundigheid en de
door hem verrichte werkzaamheden daarvoor een deugdelijke grondslag vormen.
Artikel 3.
1) Bij zijn professioneel en zakelijk handelen treedt een OvRAN-lid oprecht en waarheidsgetrouw op.
2) Indien een OvRAN-lid ervaart dat hij in verband gebracht is met informatie die naar zijn oordeel in betekenisvolle
mate onjuist of misleidend is, doet hij een mededeling waarin hij zijn bedenking tegen deze informatie tot uitdrukking
brengt.
3) Een OvRAN-lid doet de in lid 2 bedoelde mededeling aan de verstrekker van de informatie en aan degenen die daarvan
naar redelijke verwachting kennis hebben kunnen nemen. Artikel 6 lid 6 is van overeenkomstige toepassing.
4) Indien de verstrekker van in betekenisvolle mate onjuiste of misleidende informatie deze niet wenst te rectificeren,
beëindigt een OvRAN-lid zijn betrokkenheid met de verstrekker.
5) Het is een OvRAN-lid verboden om informatie te manipuleren of vertrouwelijke informatie te gebruiken voor zijn
persoonlijk gewin.
6) Een OvRAN-lid ondersteunt de in zijn werkomgeving geldende legitieme en ethisch verantwoorde doelstellingen en
de daarop gebaseerde voorschriften en procedures, tenzij dit leidt tot een bedreiging.
Artikel 4.
1) Bij zijn professioneel en zakelijk handelen laat een OvRAN-lid zich niet leiden door vooroordelen of
belangenverstrengeling, of door een ander op hem uitgeoefende druk.
2) Indien een OvRAN-lid een bijzonder belang behartigt, is hij gehouden dit vanaf het begin aan alle betrokkenen
kenbaar te maken. Voorts dient dit duidelijk te blijken uit de schriftelijke mededelingen omtrent de uitkomst van zijn
werkzaamheden.
Artikel 5.
1) Bij zijn professioneel en zakelijk handelen treedt een OvRAN-lid op een deskundige en zorgvuldige wijze op, in
overeenstemming met de eisen zoals deze blijken uit de aan hem verstrekte opdracht of de met hem gesloten
arbeidsovereenkomst en de voor hem geldende bepalingen ter zake van de beroepsuitoefening.
2) Een OvRAN-lid doet slechts mededelingen omtrent de uitkomst van zijn werkzaamheden voor zover zijn
deskundigheid en de door hem verrichte werkzaamheden daarvoor een deugdelijke grondslag vormen. Hij draagt er
zorg voor dat zodanige mededeling een duidelijk beeld geeft van de uitkomsten van zijn werkzaamheden.
3) Een OvRAN-lid neemt alleen opdrachten aan of taken op zich waarvoor hij over voldoende opleiding en ervaring
beschikt of deze op korte termijn kan verkrijgen. Een OvRAN-lid misleidt de organisatie waarbij of ten behoeve
waarvan hij werkzaam is niet over de aard en omvang van zijn kennis en ervaring.
Artikel 6.
1) Een OvRAN-lid die bij zijn professioneel en zakelijk handelen de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het
vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens,
behoudens voor zover hij bij of krachtens wettelijk voorschrift tot mededeling verplicht is.
2) Een OvRAN-lid maakt van vertrouwelijke gegevens die bij zijn beroepsmatig en zakelijk handelen te zijner kennis zijn
gekomen, niet verder of anders gebruik dan voor de vervulling van zijn taak of bij of krachtens de wet is vereist.
3) Een OvRAN-lid houdt eveneens geheim de informatie die hem ter beschikking is gesteld door een potentiële
opdrachtgever of werkgever.
4) Een OvRAN-lid treft maatregelen om te zorgen dat de voor hem geldende geheimhoudingsplicht ook in acht wordt
genomen door degenen die onder zijn verantwoordelijkheid werken en door iedere persoon aan wie hij advies of
ondersteuning vraagt.
5) Indien degene wiens aangelegenheid het betreft een OvRAN-lid ontslaat van zijn plicht tot geheimhouding, weegt een
OvRAN-lid de belangen van alle betrokkenen zorgvuldig af alvorens hij tot bekendmaking overgaat.
6) Indien een voor de vervulling van de taak vereiste mededeling slechts kan worden gedaan door openbaarmaking ervan
en degene wiens aangelegenheden het betreft daaraan niet meewerkt, houdt een OvRAN-lid ten aanzien van de wijze
van openbaarmaking de belangen van alle betrokkenen in het oog.
7) Een OvRAN-lid handelt niet in strijd met de plicht tot geheimhouding wanneer hij bij een opsporingsambtenaar als
bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering melding maakt van een redelijk vermoeden van fraude ten
aanzien van een financiële verantwoording van een cliënt in het geval dat artikel 26 van de Wet toezicht
accountantsorganisaties en de in lid 2 van dat artikel bedoelde algemene maatregel van bestuur hem niet de plicht
daartoe opleggen.
8) Na beëindiging van zijn relatie met zijn werkgever of zijn cliënt blijven de bepalingen van dit artikel voor een
OvRAN-lid gelden.
Artikel 7.
1) Bij zijn professioneel en zakelijk handelen houdt een OvRAN-lid zich aan de voor hem relevante wet- en regelgeving,
in overeenstemming met de verantwoordelijkheid die zijn functie van hem eist.
2) Een OvRAN-lid wekt geen overtrokken verwachtingen met betrekking tot de door hem aangeboden diensten, zijn
kwaliteiten en de door hem opgedane ervaring en maakt geen geringschattende verwijzingen naar, of niet
onderbouwde vergelijkingen met het beroepsmatig en zakelijk handelen van een ander lid, een andere
registeraccountant of accountant-administratieconsulent.
Artikel 8.
1) Het optreden in dienstbetrekking tast de eigen vaktechnische verantwoordelijkheid van een OvRAN-lid niet aan.
2) Een OvRAN-lid die in een dienstbetrekking werkzaam is, overweegt zijn dienstverband te beëindigen indien blijkt dat
voortzetting leidt tot een bedreiging.
3) Een OvRAN-lid die op enigerlei wijze een financieel belang heeft in de organisatie van zijn werkgever of in
organisaties waarmee zijn werkgever relaties onderhoudt, beoordeelt of dit belang leidt tot een bedreiging. Ditzelfde
geldt indien een OvRAN-lid bekend is dat een gezinslid of een naaste verwant een dergelijk belang heeft.
Artikel 9.
1) Een OvRAN-lid biedt geen giften aan, indien naar zijn mening een goed geïnformeerde en redelijk denkende derde van
oordeel kan zijn dat een OvRAN-lid met dit aanbod beoogt in zijn eigen belang, dat van de accountantspraktijk waaraan hij is verbonden of dat van zijn werkgever, een onaanvaardbare invloed uit te oefenen op het handelen van de
beoogde ontvanger of met dit aanbod tracht op een onaanvaardbare wijze informatie te verkrijgen.
2) Een OvRAN-lid aanvaardt geen giften, indien naar zijn mening een goed geïnformeerde en redelijk denkende derde
van oordeel kan zijn dat de gever met dit aanbod beoogt een onaanvaardbare invloed uit te oefenen op zijn
beroepsmatig en zakelijk handelen of met dit aanbod tracht op een onaanvaardbare wijze informatie te verkrijgen.
3) Een OvRAN-lid draagt er zorg voor dat het bepaalde in lid 1 en 2 ten aanzien van het aanbieden en aanvaarden van
giften in acht wordt genomen door zijn gezinsleden en naaste verwanten.
Artikel 10.
Een OvRAN-lid die een stuk, inhoudende een niet door of mede door hem afgelegde financiële verantwoording afgeeft of
doet afgeven, zodanig dat de indruk wordt gewekt dat het van hem afkomstig is, wordt geacht de controle van die
verantwoording te hebben uitgevoerd, tenzij het tegendeel duidelijk blijkt.
Dit tegendeel dient te blijken door vermelding op het stuk van:
– een mededeling waaruit blijkt dat geen controleopdracht is uitgevoerd, of
– vermelding van een andere functie dan die van ‘accountant’.
Indien dit tegendeel niet blijkt, is hoofdstuk 3 van toepassing met betrekking tot vorenbedoeld stuk.

Hoofdstuk 3: Controlerend

Artikel 11.
Hoofdstuk 3 geldt uitsluitend voor OvRAN-leden die professioneel en zakelijk optreden als controlerend accountant.
Artikel 12.
1) De controlerend accountant is onafhankelijk van zijn cliënt en van degene omtrent wiens aangelegenheden hij
mededelingen doet, alsmede van degene die daarbij belangen heeft of daarvan afhankelijk is.
2) De controlerend accountant draagt zorg dat de omzet van zijn accountantsorganisatie uit niet-controle diensten niet
meer bedraagt dan 10% van de totaalomzet van een cliënt die betrokken is bij een wettelijke controle. Onder
vergoedingen wordt ook verstaan eventuele vergoedingen bij met deze controlecliënt verbonden derden.
Artikel 13.
Het is de controlerend accountant niet toegestaan naast zijn functie een andere functie uit te oefenen, indien de samenloop
van deze functies kan leiden tot een bedreiging, met name voor zijn onafhankelijkheid of de onafhankelijkheid van
degene(n) met wie hij onder gemeenschappelijke naam optreedt.
Artikel 14.
1) Alvorens de controlerend accountant een relatie met een cliënt aangaat beoordeelt hij of dit leidt tot een bedreiging.
2) De controlerend accountant beoordeelt periodiek of voortzetting van de relatie met de cliënt een bedreiging inhoudt.
Indien sprake is van een niet-herstelde materiële fraude of bij witwassen moet de opdracht worden teruggegeven.
Artikel 15.
1) Alvorens de controlerend accountant een opdracht aanvaardt beoordeelt hij of dit leidt tot een bedreiging.
2) Indien de controlerend accountant wordt gevraagd een second opinion te verstrekken over het werk van een andere
controlerend accountant, beoordeelt hij de aard en het belang van een bedreiging. Indien blijkt dat deze bedreiging van
niet te verwaarlozen betekenis is, treft de controlerend accountant waarborgen die de bedreiging wegnemen of tot een
aanvaardbaar niveau terugbrengen.
3) Indien de opdrachtgever de controlerend accountant geen toestemming geeft voor overleg met de fungerende
controlerend accountant wiens werk moet worden beoordeeld, overweegt eerstgenoemde controlerend accountant,
rekening houdend met alle relevante omstandigheden, of hij de opdracht tot het geven van een second opinion kan
aanvaarden.
4) Het is de controlerend accountant niet toegestaan om voor het terugbrengen van een bedreiging tot een aanvaardbaar
niveau geheel te steunen op waarborgen die zijn getroffen door zijn cliënt c.q. werkgever.
Artikel 16.
1) De controlerend accountant aanvaardt uitsluitend een opdracht indien de accountantsorganisatie in staat is deze binnen
de gestelde termijn uit te voeren.
2) De controlerend accountant aanvaardt uitsluitend een opdracht indien de voor de uitvoering daarvan vereiste
deskundigheid beschikbaar is of kan worden verkregen.
3) Indien de controlerend accountant voornemens is te vertrouwen op het advies of het werk van een deskundige,
beoordeelt hij of dat vertrouwen gerechtvaardigd is.
Het is de controlerend accountant verboden een controleopdracht te aanvaarden tot het onderzoek van een deel van een
jaarrekening. Dit verbod geldt niet voor een eenmalig onderzoek van de balans met toelichting dan wel van de
bescheiden die bij andere instellingen dan ondernemingen daarvoor in de plaats treden.
5) De controlerend accountant neemt gepaste maatregelen om omstandigheden te onderkennen die leiden tot een
belangentegenstelling en aldus leiden tot een bedreiging.
6) Indien de controlerend accountant het verzoek krijgt om werkzaamheden te verrichten voor een andere partij dan zijn
cliënt c.q. werkgever terzake van een aangelegenheid waarin tussen beide partijen sprake is van een
belangentegenstelling, vraagt hij hiertoe toestemming van zijn cliënt c.q. werkgever. Indien hij deze toestemming niet
verkrijgt, aanvaardt de controlerend accountant geen opdracht van die andere partij.
Artikel 17.
1) De controlerend accountant aanvaardt geen opdracht alvorens hij bij de controlerend accountant dan wel de
buitenlandse accountant die voorheen deze of een verwante opdracht uitvoerde, de inlichtingen heeft ingewonnen die
hij nodig heeft voor zijn beoordeling van een eventuele bedreiging.
2) De controlerend accountant aan wie de in het eerste lid bedoelde inlichtingen zijn gevraagd, verstrekt deze binnen een
redelijk termijn. Tenzij de cliënt specifieke instructies geeft, verstrekt hij geen andere informatie dan de in het eerste
lid bedoelde inlichtingen.
3) Het is de controlerend accountant verboden de opdracht te aanvaarden alvorens de gevraagde inlichtingen zijn
verkregen, dan wel is komen vast te staan dat zij niet binnen redelijke tijd worden verstrekt.
Artikel 18.
De controlerend accountant die gelijktijdig voor dezelfde cliënt met een lid, c.q andere registeraccountant, een accountantadministratieconsulent of een buitenlandse accountant bij dezelfde entiteit een andersluidende opdracht uitvoert, verstrekt
desgevraagd aan laatstgenoemde de inlichtingen die noodzakelijk zijn voor de deugdelijke uitvoering van de aan
laatstgenoemde opgedragen professionele dienst, mits hij daarmee niet in strijd handelt met het fundamentele beginsel
geheimhouding.
Artikel 19.
1) De verklaring van een controlerend accountant heeft betrekking op de verantwoording als geheel, alsmede op hetgeen
omtrent de verantwoording in met zijn instemming gezamenlijk daarmee overgelegde stukken wordt medegedeeld. De
verklaring is gedateerd.
2) De controlerend accountant ondertekent de door hem afgegeven mededelingen omtrent de uitkomst van zijn
werkzaamheden met zijn eigen naam en vermeldt daarbij zijn accountantstitel en de naam van de
accountantsorganisatie waaraan hij verbonden is.
3) Indien de verklaring is gegeven in de vervulling van een andere dienstbetrekking dan bij een accountantsorganisatie,
moet in de verklaring het bestaan van het dienstverband worden vermeld.
4) De controlerend accountant is gehouden aan ieder aan wie hij een verklaring verstrekt, mede te delen dat
openbaarmaking ervan slechts is toegestaan met zijn voorafgaande uitdrukkelijke toestemming.
5) Indien de openbaarmaking van de verklaring is geschied zonder zijn voorafgaande uitdrukkelijke toestemming, is de
controlerend accountant gehouden maatregelen te treffen om herhaling te voorkomen en zo nodig herstel te
verzekeren. Artikel 6 lid 6 is hierbij van toepassing.
6) De controlerend accountant is gehouden te doen wat in zijn vermogen ligt om te voorkomen dat zijn verklaring wordt
vervangen door een mededeling van een ander.
Artikel 20.
1) De controleverklaring kan slechts zijn:
– een goedkeurende controleverklaring;
– een controleverklaring met beperking;
– een controleverklaring van oordeelonthouding;
– een afkeurende controleverklaring.
2) Een stuk dat is afgegeven door of namens een controlerend accountant en dat een niet door of mede door hem
afgelegde verantwoording bevat, wordt geacht een goedkeurende controleverklaring in te houden, tenzij het tegendeel
blijkt uit de tekst van de verklaringen.
Artikel 21.
Het is de controlerend accountant verboden in zijn verklaring melding te maken van mededelingen van anderen, tenzij de
vermelding noodzakelijk is voor de motivering van de strekking van de verklaring. In dit geval dienen de bewoordingen
van de verklaring met beperking c.q. de verklaring van oordeelonthouding te worden gebruikt.
Artikel 22.
1) Het is de controlerend accountant verboden toestemming te geven tot openbaarmaking van zijn verklaring, anders dan
tezamen met de verantwoording waarop die verklaring betrekking heeft.
2) De verklaring heeft mede betrekking op hetgeen omtrent de verantwoording in gezamenlijk daarmee openbaar
gemaakte stukken wordt medegedeeld.
3) Het is de controlerend accountant verboden toestemming tot openbaarmaking van zijn verklaring te geven indien door
de inhoud van de gezamenlijk openbaar gemaakte stukken een onjuiste indruk omtrent de betekenis van de
verantwoording wordt gewekt, of door hetgeen bekend is geworden in de periode tussen het geven van de verklaring
en het openbaar maken ervan aan de getrouwheid van de verantwoording afbreuk wordt gedaan.
4) Indien een deel van een jaarrekening dan wel een verkorte jaarrekening openbaar wordt gemaakt, is het verboden toe te
staan dat daarbij enigerlei door de controlerend accountant gegeven mededeling openbaar wordt gemaakt, tenzij hij tot
het oordeel is gekomen dat het desbetreffend stuk in de gegeven omstandigheden toereikend is, of op grond van
wettelijke voorschriften met openbaarmaking van het desbetreffende stuk kan worden volstaan.
5) Voor de toepassing van de artikelen 20 tot en met 23 wordt het desbetreffende openbaar gemaakte stuk geacht een
zelfstandige verantwoording in te houden.
Artikel 23.
1) De controlerend accountant is gehouden zorg te dragen voor een zodanige registratie der verrichte werkzaamheden dat
op aanvaardbare wijze een goed beeld van de uitvoering kan worden verkregen.
2) Hij is gehouden deze registratie gedurende zeven jaar te bewaren en toegankelijk te houden.
Artikel 24.
1) De controlerend accountant bepaalt het honorarium voor een door hem aangeboden of uitgevoerde professionele dienst
zonder rekening te houden met een andere aan dezelfde cliënt aangeboden of mogelijk aan te bieden professionele
dienst en het honorarium daarvoor.
2) De controlerend accountant aanvaardt geen vergoeding die afhankelijk is van de uitkomst van de opdracht.
3) De controlerend accountant aanvaardt niet duurzaam vergoedingen die niet leiden tot een passende honorering van de
door hem verleende diensten.
Artikel 25.
1) De controlerend accountant aanvaardt geen aanbrengpremie in relatie tot een cliënt voor welke hij een
controleopdracht uitvoert.
2) De controlerend accountant betaalt geen aanbrengpremie voor een controleopdracht.
3) De vergoeding voor een geheel of gedeeltelijk overgenomen accountantspraktijk is niet aan te merken als een
aanbrengpremie.
Artikel 26.
De controlerend accountant neemt geen gelden of andere bezittingen van een cliënt in beheer of in bewaring.

Hoofdstuk 4: Adviserend

Artikel 27.
1) Hoofdstuk 4 is van toepassing op alle leden die niet optreden als controlerend accountant maar professioneel en
zakelijk optreden als accountants in bussiness.
2) Dit kunnen zowel leden zijn die professionele diensten aan derden aanbieden als leden die in dienstbetrekking
werkzaam zijn.
3) Professionele diensten aan derden kunnen worden aangeboden zowel onder de benaming accountantskantoor dan wel
onder andere benamingen zoals management consultancy, interim-management etc.
Artikel 28.
Nadere richtlijnen dan wel verordeningen welke op de verschillende soorten professionele diensten aan derden van
toepassing kunnen uitsluitend worden vastgesteld door Kamers bij de OvRAN waarbij leden zich uitsluitend op vrijwillige
basis kunnen aansluiten.
Artikel 29.
De in Hoofdstuk 2 Normen voor alle leden gestelde fundamentele bepalingen zijn onverkort van toepassing op adviserende OvRAN-leden.

Hoofdstuk 5: Slotbepalingen

Artikel 30.
Bij verschil in interpretatie tussen het voorgaande en de vigerende Code of Ethics van Ifac is deze laatste doorslaggevend.
Echter de definitie van “accountantsorganisatie”, “controlerend lid” en alle verzwaringen hebben, als noodzakelijke lokale
afwijkingen, voorrang boven de Code of Ethics van Ifac.
Artikel 31.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Beroepscode OvRAN